aan stukjes gehakt voordat het, gemengd met mest, de composthoop in
gaat.
In Walewale zijn geen mensen gestorven door Corona, althans niet officieel. In maart, toen Corona ook voor veel paniek zorgde in Afrika, werd al het transport van benzine, zaden, zout, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en voedsel van het zuiden naar het noorden stil gelegd. Het gevolg was dat boeren geen inputs voor hun boerderijen konden kopen. En dat had als gevolg dat boeren bij Issifu, onze projectleider in Walewale, op de deur klopte: ‘Leer ons composteren en leer ons hoe we met plantenmiddeltjes ziekten in de mais kunnen voorkomen’. Elk voordeel heeft zijn nadeel: door gebrek aan kunstmest wilden boeren nu leren composteren! Issifu had binnen een mum van tijd, met financiële hulp van de ELPG, een boer tot boer voorlichtingsproject uit de grond gestampt en het heeft wonderwel gewerkt! Om zoveel mogelijk boeren te bereiken heeft hij uit 10 dorpen 10 mannen en vrouwen gekozen waarvan hij dacht: die hebben gezag en de goede houding om ook andere boeren in hun dorp te leren composteren. Deze 10 hebben op hun beurt weer 10 kennissen in hun omgeving leren composteren. Zo verspreid de kennis zich snel: 10 x 10 x 10 = 1000! In mei is het programma begonnen en in Augustus kon Issifu ons melden dat er een dikke 900 boeren getrained waren! In juli heeft hij een nieuwe ketting op gang geholpen, weer met 10 boeren. En op 9 december melde hij dat er nu in totaal 1700 boeren en boerinnen een training hebben gehad en dat er minstens 1500 composthopen gemaakt zijn. Gemiddeld kunnen boeren met een composthoop een halve hectare bemesten. En die halve hectare produceert ongeveer 7 zakken mais van 100 kg waarvan, bij een goede opslag, ca. 10 mensen een heel jaar lang kunnen eten. Deze methode, Farmer to Farmer, gaan we absoluut doorzetten in 2021!